Overslaan en naar inhoud gaan

Eén Woontop bouwt nog geen huizen

De Woontop van minister Mona Keijzer heeft de ambitie om eindelijk die hoognodige 100.000 woningen per jaar op te leveren. De woningnood moet met een lijst van concrete afspraken tussen partijen een halt toegeroepen worden. De afspraken en ambities verdienen een pluim, maar of deze Woontop de geschiedenisboeken ingaat zoals bijvoorbeeld het Akkoord van Wassenaar, daar heb ik zo mijn twijfels over. 

Misschien is het ook te veel gevraagd van één bijeenkomst. De huidige woningbouw dusdanig versnellen dat er de komende vijf à tien jaar, ieder jaar 100.000 woningen bijkomen, is een enorme opgave. De realiteit is weerbarstig. 

Afspraken en ambities verdienen een pluim 

Laat me helder zijn, er is voldoende inhoud om me lovend over uit te laten. Tussen de twintig afspraken genoeg waardevols. De belangrijkste daarbij is dat de minister blijft vasthouden aan de betaalbaarheid van de te realiseren woningen. Dit is voor mij een belangrijke. Vanuit PME hebben we altijd de Wet betaalbare huur gesteund. Er zijn zeker kanttekeningen bij de wet te plaatsen, maar het principe dat iedereen in Nederland moet kunnen rekenen op een betaalbare huurwoning, daar staan we achter.

Voor vastgoedbeleggers is het momenteel ontzettend lastig om een positieve ‘business case’ te realiseren in het middenhuursegment. En het financiële plaatje voor de belegger moet wel kloppen. Onze deelnemers willen graag een betaalbare woning, maar ook rendement voor de oude dag. 

Er is nog een aanzienlijk gat tussen wat het Rijk, de provincie en de gemeentes elkaar te bieden hebben. Hopelijk wint de realiteitszin het van de boekhouder. 

STOER alleen is niet genoeg 

Het akkoord zit vol met ambitieuze taal ‘versneld realiseren’, ‘werken aan een aanpak’, integrale keuzes worden uitgewerkt’, maar het hoe en wanneer ervan, dat ontbreekt regelmatig. Dat is niet zo raar, want de woningbouwuitdaging in Nederland is zeer complex. Er zijn vele onderliggende afhankelijkheden die alleen ministerie-overstijgend kunnen worden opgelost. Een enorme opgave die het ministerie van VRO niet alleen aankan. Alleen daarom al complimenten dat het deze Woontop weet te realiseren. 

Maar die afhankelijkheden moeten wel worden benoemd door de minister. Er moeten brede keuzes worden gemaakt over ons grondgebruik. Willen we minder agrarisch land en/of tuinbouw in ruil voor woningen? Welke sectoren in Nederland vinden we economisch belangrijk en hoeveel arbeidsmigratie gaat daarmee gepaard? Hoe lossen we netcongestie op en op welke manier gaan we de stikstofproblematiek te lijf? Juist door het scherp formuleren van dilemma’s en het maken van moeilijke keuzes komen we tot gerichte oplossingen. Deze integrale blik is echt nodig om tot oplossingen te komen en het vertrouwen van bestuurders te winnen.  

STOER is dus zeker goed, maar stoer zijn betekent niet dat het ministerie van VRO alleen de kar kan trekken. Juist door kwetsbaar te zijn, het benoemen van alle uitdagingen en door open te staan voor de inzichten en oplossingen van anderen komen we echt verder. Dat is pas echt stoer. De Woontop is hiervan een goede aanzet, laten er meer volgen en kies daarbij voor VERBINDing.

VERBIND kennis, financiering en bouwers 

Wat zou de waarde van de Woontop doen toenemen en in achting tot een Wassenaars akkoord doen stijgen? Eerlijk is eerlijk, het uiteindelijke waardeoordeel laat ik aan de geschiedkundigen. Maar er zijn zeker zes punten te noemen die niet of nauwelijks aandacht krijgen in de huidige uitkomsten van de Woontop:

  • Verlaging van de belastingdruk

Bij bestaande bouw moet de overdrachtsbelasting van 8% naar 6%. Het hoge tarief van 8% heeft een negatief effect bij de aan- en verkoop van bestaande woningen, maar verlaagt ook de waarde van nieuwbouwwoningen. Een verlaagd tarief maakt nieuwbouw aantrekkelijker en zorgt voor meer beweging in de markt. Zet dit voor biobased bouwen op 0%. Dat versterkt de materiaaltransitie, verkleint het stikstofprobleem en geeft een perspectief voor onze boeren.

  • Energienet toegankelijk maken 

Zonder betrouwbare elektriciteitsvoorziening kun je geen wijken aanleggen. Dat vereist investeringen, harde keuzes, het herzien van bezwaarrecht voor transformatorhuisjes. 

  • Regie op grondprijzen

Die zijn op het moment veel te hoog, juist in de gebieden waar de meeste woningen nodig zijn. Zorg ervoor dat er water bij de wijn komt. Het is logisch dat gemeenten een hoge grondprijs reken. Zij hebben die regelmatig nodig voor hun eigen begroting. Daar moet iets in veranderen. De spagaat waar gemeenten in terecht zijn gekomen vraagt om meer regie en bijdragen vanuit de staat. 

  • Bouwgrond realiseren

We hebben te weinig ruimte in Nederland. Ook hier moeten keuzes worden gemaakt. Zijn er industrieterreinen, distributiecentra, datacentra, boerenland, plekken waar we liever woningen hadden gehad? Waar moet die keuze nog gemaakt worden? 

  • Innoveer met biobased duurzaam bouwen 

We staan voor een grote klimaatuitdaging. Ook de bouwwereld moet verduurzamen én kan verduurzamen. Cement en staal hebben nu nog de voorkeur, maar vereisen veel energie en veroorzaken veel uitstoot. Dat kan anders. Door te innoveren met biobased bouwen, met gebruik van hout, vlas, hennep en kurk, natuurlijke materialen, worden gebouwen duurzamer, neemt de leefbaarheid toe en de CO2-voetafdruk af. Het goede nieuws is dat bouwen met biobased ook nog veel sneller gaat. 

  • Naar eenvoudigere vergunningen

Hier wordt gelukkig al aandacht aan besteed in het Woontopakkoord. Maar er staat niet hoe het wordt uitgewerkt. Te denken valt aan een crisis- en herstelwet light. Gericht op de woningmarkt. Een bezwaar maken ja, maar tot aan de hoge Raad, nee. 

  • Doorpakken op nieuwbouwplannen

Er worden gelukkig veel plannen voor nieuwbouw gemaakt en Rijk, provincie en gemeenten weten elkaar te vinden. Zolang de plannen ook de tekentafel verlaten en daadwerkelijk worden uitgevoerd ben ik een gelukkig man. 

Geschreven door:

Marcel Andringa

Bestuurder balans- en vermogensbeheer