Overslaan en naar inhoud gaan

Collectiviteit en solidariteit verdwijnt en deelnemers voelen het in hun portemonnee

Overig nieuws
Gepubliceerd op:

Het klinkt sympathiek, laat mensen stemmen over hun eigen opgebouwde pensioenvermogen. Maar het plan verbreekt de belangrijke pijlers van collectiviteit en solidariteit van onze pensioenstelsel. Daarmee schaadt het de pensioenen van alle werkenden die pensioen opbouwen of pensioen hebben opgebouwd en die van gepensioneerden. Bovendien heeft het plan grote gevolgen voor de uitvoering en de kosten daarvan. 

Dat klinkt gek. Hoe kan een ‘eenvoudig’ referendum waar NSC en BBB het over hebben – wel of niet overgaan naar de nieuwe pensioenregels – zo slecht uitpakken voor het collectief en het individu? Ik zal een aantal oorzaken toelichten. 

Collectiviteit en solidariteit zijn twee belangrijke pijlers onder ons pensioenstelsel. Dat is al jaren zo en blijft ook in het nieuwe pensioenstelsel behouden. We delen met elkaar de rendementen, maar ook de risico’s. De wet gaat er van uit dat alle opgebouwde pensioenen meegaan naar het nieuwe pensioenstelsel, oftewel worden ingevaren. Juist omdat de pijlers van collectiviteit en solidariteit dan blijven behouden. Dat invaren doen we niet zomaar, dat doen we pas nadat uitgebreid is onderzocht, gewogen en geconcludeerd dat dit gunstiger kan uitpakken voor alle werkenden die pensioen opbouwen of pensioen hebben opgebouwd en de gepensioneerden binnen een pensioenfonds. Het invaren en het verdelen van het vermogen doen we alleen als dit evenwichtig (eerlijk) uitpakt voor iedereen.

Het plan van NSC en BBB leidt ertoe dat pensioenfondsen niet of slechts gedeeltelijk kunnen invaren en daarmee ontstaan er verschillende groepen binnen het pensioenfonds, waardoor het delen van rendementen en risico’s minder goed kan. Voor werkenden wordt het helemaal onbegrijpelijk. Zij blijven met al opgebouwd vermogen achter in het oude stelsel en gaan toekomstig vermogen opbouwen onder de regels van het nieuwe stelsel. Zo krijgen ze weinig mee van de voordelen van het nieuwe stelsel en blijven ze last hebben van alle nadelen van het oude stelsel. Al deze effecten zijn direct schadelijk voor de opbouw van pensioenen voor werkenden en de pensioenen van gepensioneerden. Het plan raakt onze deelnemers direct in de portemonnee. 

Bovendien moeten pensioenfondsen ook twee administratieve systemen voor tientallen jaren in de lucht houden. Dat kost direct geld, wat niet naar de deelnemer gaat. Maar ook op de lange termijn, wanneer er steeds minder deelnemers in het oude stelsel zitten, worden de uitvoeringskosten per deelnemer steeds hoger. 

Mijn conclusie is helder, doorgang van een referendum zal uiteindelijk tot twee groepen deelnemers en gepensioneerden leiden. De kosten van uitvoering gaan omhoog en de risico’s voor de deelnemers ook. Maar het rendement wordt juist lager. Bovendien kunnen werkenden tussen grofweg 40 en 60 jaar oud niet gecompenseerd worden uit vrijgekomen buffers. Dit zal grotendeels door werkgevers moeten worden opgehoest. Met als gevolg, jarenlange loonmatiging voor huidige werknemers. De financiële impact op de portemonnee is daarmee direct voelbaar voor werkenden en gepensioneerden. Iedereen komt er slechter uit. 

Lees er meer over in het gezamenlijke standpunt van de grootste pensioenfondsen van Nederland.