Keuzes als je met pensioen gaat
Je wilt weten welke keuzes je hebt als je met pensioen gaat. Het antwoord is: je kunt verschillende keuzes maken. De keuzes die je maakt, hebben invloed op je pensioen. In de pensioenplanner zie je precies welke keuzes je hebt én hoeveel pensioen je krijgt. Je mag keuzes combineren. Denk bij het maken van keuzes goed na hoeveel inkomen je na pensioen nodig hebt. Kijk ook naar je uitgaven op de langere termijn. Als je wilt, kun je je pensioen zelf aanvragen in de pensioenplanner.
- Log in met DigiD en ga naar de pensioenplanner.
- Beantwoord een paar vragen. Je ziet gelijk hoeveel pensioen je krijgt.
- Je kunt de leeftijd waarop je met pensioen gaat, zelf veranderen.
- Je kunt meerdere keuzes tegelijk maken.
Heb je vragen of lukt inloggen niet? Neem dan contact met ons op.
Keuzes voor je pensioen
Voor je pensioen valt heel wat te kiezen. Bijvoorbeeld of je eerder of later met pensioen gaat. Of dat je deels werkt en deels al van je pensioen geniet. Onze werknemersconsulenten Arjan de Beurs en Diana Verschuren lichten de verschillende pensioenkeuzes bij PME toe.
Je pensioen gaat standaard in op je AOW-leeftijd. Maar je kiest zelf wanneer je met pensioen gaat. Je mag eerder of later met pensioen. Dit heeft invloed op de hoogte van je pensioen.
Je kunt voor een deel met pensioen gaan. De rest van de tijd kun je blijven werken. Je kunt al met ‘deeltijdpensioen’ vanaf je 55ste. Over de uren die je werkt, blijf je pensioen opbouwen.
Je kunt eerst een hoger pensioen krijgen. Dat kan tot 10 jaar na je AOW-leeftijd. Daarna krijg je de rest van je leven een lager pensioen. Een tijdelijk hoger pensioen kan interessant zijn, als je verwacht dat je de eerste tijd hogere kosten hebt. Maar houd er ook rekening mee dat prijzen in de loop van de tijd kunnen stijgen (inflatie), terwijl je een lager pensioen krijgt. Ook kun je na die eerste periode te maken krijgen met onverwachte kosten, zoals zorgkosten. Bedenk vooraf goed of je met een lager pensioen kunt rondkomen. In deze video vertelt werknemersconsulent Rob van der Wal meer over deze keuze.
Andersom kan ook: eerst een lager pensioen en daarna een hoger pensioen. Deze keuze kan interessant zijn, als je weet dat je de eerste periode genoeg hebt aan een lager bedrag. Bijvoorbeeld omdat je partner nog werkt. Of dit een goede keuze is, hangt af van je persoonlijke situatie. Wil je hier gebruik van maken? Neem dan contact met ons op.
Je kunt partnerpensioen ruilen voor extra ouderdomspensioen voor jezelf. Je partner krijgt dan geen of minder partnerpensioen als je overlijdt. Dit kan een goed idee zijn als je partner zelf een goed inkomen heeft om van rond te komen. Heeft je ex-partner recht op bijzonder partnerpensioen? Dan mag je dat niet uitruilen voor meer ouderdomspensioen.
Heb je geen partner? Dan ruilen we het partnerpensioen automatisch voor je. Jouw pensioen wordt hierdoor hoger. Je kunt ook een deel van jouw pensioen ruilen voor extra partnerpensioen. Bijvoorbeeld als je partner geen of weinig inkomsten heeft. Jouw pensioen wordt dan wel lager.
Bedenk vooraf goed hoeveel jij en je partner (bij jouw overlijden) nodig hebben om rond te komen.
Je kunt straks op je pensioendatum in één keer maximaal 10% van je totale ouderdomspensioen opnemen. Bijvoorbeeld voor het afbetalen van je hypotheek, een verbouwing of een mooie reis. Dat klinkt misschien aantrekkelijk. Maar bedenk wel dat je daarna de rest van je leven een lager pensioen krijgt. Je kunt op zijn vroegst vanaf 1 juli 2025 gebruikmaken van deze mogelijkheid. De wetgeving is nu nog niet rond. We houden je via onze website op de hoogte.
Is je totale pensioen lager dan € 592,51 bruto per jaar? Dan kun je je pensioen afkopen als je met pensioen gaat. Je krijgt dan geen maandelijks pensioen meer van PME.
Je betaalt belasting over je pensioen (loonheffing). Je kunt ons vragen om loonheffingskorting toe te passen op je pensioen. Als je pensioen aanvraagt, geef je door of je dat wilt. Of dat een goede keuze is, hangt af van je persoonlijke situatie.